Capture the flag: de vossen tegen de beren
Verover de vlag. Het leukste spel om je broederband training mee af te sluiten. De winnende broederband van dat jaar (onder de jongens) had de vrouwelijke broederband uitgedaagd. Lydia, die de vrouwelijke broederband begeleidde kon natuurlijk geen nee zeggen, en wou de jongens graag zien verliezen. Hal, die de winnende broederband begeleidde was benieuwd hoe goed zijn broederband was tegenover die van die Lydia. Morgen was de grote dag: De vossen (Lydia’s broederband) tegen de beren (Hal’s broederband).
Myrthe, de skirl van de vossen was al op verkenning gestuurd om het terrein waar verover de vlag morgen zou worden gespeeld, alvast te onderzoeken. Ze zocht naar mogelijke plekken waar ze de vlag konden verstoppen. Het was moeilijk want het speelterrein was vooral gewoon een open grasveld, met aan de rand bomen. Door het midden liep een rivier, dus de enige mogelijkheid om aan de andere kant te komen was zwemmend. Een voordeel was wel dat het veel heuvels had, dus veel verstopmogelijkheden. Ze stond aan de rand van de rivier, terwijl ze het gebied van de tegenstander in concentratie onderzocht en in haar opnam. Ze schrok ook toen ze uit het niets een stem hoorde, ‘Ik had nooit gedacht dat ik jou hier zou tegen komen’. Myrthe draaide haar hoofd naar de richting van de stem, en aan de andere kant van de rivier kwam een jongen uit de schaduw van een boom tevoorschijn. Het was haar buurjongen, Wouter. Hij was de skirl van de beren. Myrthe dacht na over zijn woorden, ze was er niet zeker van of hij het sarcastisch bedoelde of oprecht meende. ‘Wat doe je hier?’ vroeg ze uiteindelijk. ‘Dat kan ik beter aan jou vragen’, antwoordde hij. ‘Ik ben hier om dezelfde reden als jij’ zei Myrthe. Wouter keek haar aan en moest toen lachen, ‘moge de beste winnen’ zei hij uiteindelijk en liep weg.
Één minuut. Dat was de tijd die ze nog hadden voor dat de hoorn klonk en het spel begon. Myrthe had zich verstopt achter een heuvel. Sylvia zat naast haar. Myrthe keek even langs het heuveltje hoe het ervoor zat met de beren, maar daar was geen teken van leven te zien. Thorn was de scheidsrechter en hield de hoorn vast. Vanachter een boom gaf Dahlia Myrthe een seintje; de vallen stonden klaar. Myrthe glimlachte; de beren hadden geen idee wat hen te wachten stond. Gelijk daarna klonk de hoorn. Je zou denken dat je gelijk daarna strijdkreten zou horen en andere geluiden. Maar in de werkelijkheid was het totale stilte. De twee teams waren ontzettend geconcentreerd. Opeens hoorde ze een plons, alsof iemand van de Beren het water in was gesprongen om een aanval te wagen. Myrthe wist dat dit een afleidingsmanoeuvre was maar toch moest ze hem proberen te dwarsbomen. Zijn voetstappen klonken nu dichtbij. Hij liep langs maar net toen hij een stap wou zetten haakte Myrthe haar been ertussen. De jongen viel plat op zijn gezicht. Dahlia pakte zijn handen en boeide ze vast. Die kwam voorlopig niet meer los.
Evy zat in een bosje te schuilen. Ze rilde van de kou; ze was net de koude rivier over gezwommen, en zat nu in het terrein van haar tegenstander. Niemand had haar nog gezien gelukkig. Opeens zag ze een beweging bij de rivier, het was Myrthe die de overtocht gewaagd had naar de overkant. Twee jongens hadden haar ook gezien. Myrthe hees zichzelf uit het water en zette het op het rennen. De twee jongens zette de achtervolging in. O god, dacht Evy, dit ging niet de goede kant op. Myrthe was inmiddels de boom in geklommen. De twee jongens keken haar van beneden aan maar probeerden niet naar boven te klimmen, waarschijnlijk omdat ze dat ook niet konden. De rest van het veld leek leeg. Dit was het moment. Evy begon uit haar schuilplaats te sluipen. ‘Daar!, Daar loopt er 1!’ hoorde ze iemand schreeuwen. Ze begon te rennen, ze wist dat de stem het over haar had. Daar, een schuilplaats.
Ze dook het bosje in, net op tijd. Een beer stond daar, net op de plek waar zij net stond. Evy begon weer opgelucht adem te halen toen hij verder liep. Maar hij liep verder het bos in, waarom? ze begon achter hem aan te sluipen, en ze kwam erachter waar hij naar toe liep, hij liep recht op de vlag van de beren af. Er stond geen andere bewaker, alleen hij. En hij stond ook nog met zijn rug naar haar toe gekeerd. Evy glimlachte, dit was bijna te makkelijk. Ze duwde de Beer in zijn rug en hij viel plat op zijn gezicht. Evy trok de vlag uit de grond en begon te rennen. Myrthe zat nog altijd in de boom met de twee jongens die haar beneden opwachtten. De jongens stonden op het punt om op te geven toen ze iemand zagen rennen. Het was Evy met de vlag. Achter haar rende een paar Beren. ‘Pak haar, ze heeft de vlag!’ werd er geroepen. Ohnee, dacht Myrthe, ze moest nu in actie komen en sprong uit de boom. Een jongen rende op haar af en greep haar bij haar middel. Boos sloeg Myrthe haar elleboog in zijn gezicht. De jongen schreeuwde en liet haar los. Evy was inmiddels al bij de rivier en sprong het water in met de beren op haar hielen. Ze kon nooit aan de overkant komen zonder gepakt te worden. De vlag was zwaar en het was een obstakel bij het zwemmen. Gelukkig schoot Dahlia te hulp, ze kwam uit haar schuilplaats en nam de vlag over van Evy. Ze begon verder te rennen. Even struikelde ze bijna, maar het lukte haar toch om de cirkel te bereiken. Ze plantte met al haar laatste krachten de vlag in de grond. ‘Yes!’ juichte Myrthe. Thorn blies op zijn hoorn; het spel was afgelopen. De vossen, de broederband van Lydia, had gewonnen.